Lemongrass
Botanisch: cymbopogon flexosus Wats
Familie: poaceae
Gebruikt deel: de plant
Lemongrass is een tot 50 cm hoog wordende grassoort die zowat overal in de tropen voorkomt. De plant wordt geregeld ten onrechte met citronella verward. Al sinds de oudheid wordt lemongrass in Indië al gebruikt bij infectieziekten, koorts en heel specifiek cholera.
Eigenschappen – indicaties: Bactericide – parasiticide – ontstekingwerend – kalmeert autonome zenuwstelsel – neuro-vegetatieve dystonie – neusverkoudheid – sinusitis – bloedzuiverend – digestief – maagmiddel – diureticum – nierstenen – griep - koorts
Gebruik: Verstuiven – massage – inname
Lemongrassolie in massage-oliën kan de huid irriteren, en meer nog indien gebruikt in badolie.
Emotioneel:
Negatief: vermoeidheid – depressie – “alles loopt fout”-gevoelens
Positief: optimisme
Samenstelling: 11% limoneen – 33% neral – 45% geranial – 14% citronellal