Ajowan
Botanisch: trachyspermum ammi L.
Familie: umbelliferae
Gebruikt deel: de rijpe vrucht of de hele plant
Ajowan wordt voornamelijk gekweekt in India, en op kleinere schaal ook in Egypte, Iran en Afganistan. Vooral het zaad wordt gebruikt, zowel als medicijn als in de keuken. In de Indische geneeskunde wordt ajowan o.a. aanbevolen in geval van cholera. Gezien de olie rijk is aan fenolen, heeft dit zaad een scherpe tijmsmaak, maar mist de finesse van de tijm. In Indische gerechten kan ajowan gemakkelijk door tijm worden vervangen. Ajowanzaad is vaak een onderdeel van Indische currypoeders.
Eigenschappen – indicaties: Bactericide – antiviraal – fungicide – parasiticide – tonicum – rhinitis – bronchitis – carminativum – braken – digestivum – colitis – cholera – diarree – afrodisiacum – dermatose
Gebruik:Vooral inname (deze olie smaakt wel zeer scherp!); in massage- en badoliën sterk verdunnen (max. 3%)
Samenstelling: 36% α-pineen – 25% paracymeen – 50% thymol – 7% carvacrol